Kleinduimpje en de 7 mijlslaarzen

Klein duimpje. Ik heb voor dit figuurtje een paar laarzen geprint en een H0 kindje met winter/kaboutermuts daar in geplakt. Hij loopt hier vrolijk over de paden. Als de reus hem maar niet vindt. 

Het sprookje:

Klein Duimpje komt uit een gezin met 7 kinderen. Hij heet Klein Duimpje omdat hij toen hij geboren was slechts zo groot was als een duim en nooit echt is gegroeid. De ouders zijn arm en hebben geen geld om eten te kopen voor alle kinderen. Daarom besluiten ze met pijn in hun hart hun kinderen achter te laten in het bos. Klein Duimpje heeft dit echter gehoord en bedenkt een plan. ’s Avonds sluipt hij het huis uit en verzamelt kiezelsteentjes en stopt dat in zijn zak. De volgende dag worden de kinderen door vader meegenomen naar het bos. Zonder dat zijn vader het doorheeft strooit het kleine ventje steeds een kiezelsteentje en zo vinden de kinderen de weg terug naar huis. De volgende dag wagen de ouders weer een poging en verhinderen dat Klein Duimpje kiezelsteentjes kan verzamelen. Het enige dat de kinderen deze meer meekrijgen is een stuk brood. Klein Duimpje strooit deze keer dan maar korreltjes brood. Maar als de kinderen terug willen lopen blijkt het brood opgegeten door de vogels. En zo verdwalen ze in het bos.

Om de uitweg te vinden klimt Klein Duimpje in een boom. In de verte ziet hij licht branden. Dat moet het huis van zijn ouders zijn. Vlug lopen de kinderen naar het huisje toe. Het huis blijkt echter van iemand anders te zijn. Het is een reuzenhuis. Als ze aanbellen doet een lief vrouwtje open. Ze schrikt. Weten jullie niet dat dit het huis van de reus en zijn zeven dochter is? En dat hij mensenkinderen eet? Maar het lieve vrouwtje wil de kinderen ook niet in het donker weer wegsturen en laat ze binnen. Ze moeten alleen heel stil zijn zodat de reus niet wakker wordt. De reus wordt echter al snel wakker omdat hij honger heeft. En dan ruikt hij mensenkinderen. Klein Duimpje schrikt. Vlug pakt hij de kroontjes van de dochters van de Reus en zet die op de hoofden van zijn broertjes. De reus komt de kamer binnen en in het donker voelt hij aan de hoofdjes. Hij voelt op de hoofden van zijn dochters geen kroontjes en per abuis eet hij hen op.

Klein Duimpje en zijn broertjes zetten het op een lopen. De volgende morgen bedenkt de reus echter dat hij zich heeft vergist en dat hij zijn dochters heeft opgegeten. Met grote stappen rent hij achter de broertjes aan. Met zijn zevenmijlslaarzen heeft hij hen al snel ingehaald. Maar Klein Duimpje was slimmer. Hij wist een verstopplek in een hol in het bos. Daar waren ze zo goed verstopt dat de reus ze niet kon vinden. Van vermoeidheid viel de reus daarna snel in slaap. Snel trok Klein Duimpje de zevenmijlslaarzenlaarzen van de reus aan. Hij stuurde zijn broertjes richting huis en zelf liep hij met reuzenstappen terug naar het huis van de reus. Daar vertelde hij dat de reus gevangen was genomen en pas weer werd vrijgelaten in ruil voor alle kostbaarheden. De vrouw van de reus gaf alles mee en daarmee ging Klein Duimpje ook snel weer naar huis. Daar bleek dat de ouders heel veel spijt hadden van hun daad en waren heel blij dat de kinderen er weer waren. Met de rijkdommen van de reus hoefden ze nooit meer honger te lijden.

De reus was inmiddels ook wakker geworden. Hij ging weer naar huis en omdat hij zijn zevenmijlslaarzen niet meer had deed hij daar dagen over. Hij besloot toen dat hij zich nooit meer met mensen zou bemoeien. En ze leefden nog lang en gelukkig.