Hans en Grietje

Het sprookje Hans en Grietje vertelt het verhaal van een arme houthakker, stiefmoeder, Hans en Grietje. De zaken gaan slecht en het gezin heeft geen geld meer voor eten. Op voorstel van de stiefmoeder wordt het plan bedacht om Hans en Grietje in het bos achter te laten. Daar zouden ze makkelijker aan eten kunnen komen en uiteindelijk bij mensen terecht komen die genoeg geld hebben om hun eten te geven. Door de honger horen Hans en Grietje van het plan. Hans verzamelt daarom witte kiezels en tijdens de wandeling naar het bos laat hij steeds een kiezel vallen. Op deze manier weten ze ’s nachts de weg naar huis terug te vinden. Vader is blij, maar stiefmoeder niet.

Na een paar maanden is het geld voor eten weer op en weet de stiefmoeder de houthakker weer over te halen zijn kinderen in het bos achter te laten. Ook deze keer hoort Hans dit en wil hij kiezels verzamelen. De stiefmoeder heeft dat echter door en houdt de deur op slot. Daarop besluit Hans broodkruimels te strooien. Als ze echter die nacht terug naar huis willen blijkt het brood opgegeten door vogels. Ze kunnen dus niet naar huis terug. Na drie dagen zwerven komen ze, met de hulp van een vogeltje, een huisje tegen gemaakt van allemaal lekkere dingen. Hans en Grietje eten er lekker van en worden zelfs binnengelokt en krijgen melk en pannekoeken. Het huisje blijkt van de heks. Zij sluit Hans op om hem vet te mesten en op te eten. Grietje wordt haar slaaf en moet alle huishoudelijke klusjes doen.

De heks heeft echter zeer slecht ogen. Ze ziet dus bijna niets. Daardoor kan Hans elke keer als hij zijn vinger moet laten voelen of hij al vet is een botje voelen. Op een gegeven moment is de Heks het zat en wil ze Hans en Grietje toch opeten. Grietje heeft haar echter door en als de oven heet is (om zogenaamd brood te eten) vraagt Grietje de heks voor te doen hoe de oven werkt. Als de heks voor de oven staat duwt ze de heks erin. Dan vinden ze in het huis goud en parels en nemen die mee naar huis. Na een paar dagen zwerven komen ze weer bij hun huis. Vader is ontzettend blij. Stiefmoeder is inmiddels overleden en ze leven nog lang en gelukkig.