Repelsteeltje

Het sprookje:
Het verhaal van Repelsteeltje gaat over de dochter van een arme molenaar. Deze dochter was zo handig met het spinnewiel dat zij nog wel eens stro in goud kon veranderen. Op een dag kwam de koning naar het dorpsplein omdat hij op zoek was naar een leuk meisje om mee te trouwen. De molenaar zag zijn kans schoon en nam zijn dochter mee naar het plein. Toen de koning vroeg of zijn dochter nog iets speciaals kan flapte de molenaar er per ongeluk uit dat zij goud in stro kon veranderen met haar spinnewiel. Dat wilde de koning wel eens zien.
De volgende dag ging de dochter van de molenaar naar het kasteel. Met knikkende knieën, want in het echt kon ze natuurlijk geen stro in goud veranderen. In het kasteel werd ze opgesloten in een torenkamertje met een baal stro en een spinnewiel. Pas als ze het stro in goud had veranderd mocht ze er weer uit. Het meisje begon heel hard te huilen. Toen kwam uit een hoekje opeens een geluidje. Een klein figuurtje kwam via een klein luikje binnen en vroeg wat er aan de had was. Het meisje vertelde Repelsteeltje dat ze van de koning stro in goud moest veranderen, maar dat ze dat helemaal niet kon. Het kleine figuurtje zei echter dat hij het wel kon en in ruil voor haar halsketting ging hij aan de slag. In de ochtend was al het stro in goud veranderd.
Toen de koning de volgende ochtend kwam kijken was hij verbaasd. Het was het meisje echt gelukt. Maar de koning was nog niet helemaal tevreden. Hij wilde dat het meisje nog een keer stro in goud veranderde voordat hij met haar ging trouwen. Alleen moest ze nu geen baal stro in goud veranderen, maar een hele balzaal vol stro. Toen de koning weg was kwam het mannetje weer terug. Hij wilde haar wel helpen, maar ze had geen sieraden meer om te geven. Toen bedacht Repelsteeltje dat hij haar wel wilde helpen in ruil voor het eerste koningskind. Het meisje dacht nog helemaal niet aan kinderen en ging akkoord. Het mannetje spinde als een razende het stro en aan het einde van de nacht lag er een hele berg goud. Nog net voordat hij weg ging riep Repelsteeltje dat hij over ongeveer een jaar het eerste koningskind zou ophalen.
Een maand later trouwden de koning en het meisje. En binnen een jaar werd inderdaad het eerste kindje geboren. De koning en koningin waren zielsgelukkig. Tot op een dag Repelsteeltje weer voor de deur stond en het kindje mee kwam nemen. De koningin wilde uiteraard haar kind niet afstaan en vroeg hem iets anders te kiezen. Het mannetje hield echter vast aan de afspraak. Omdat de koningin heel erg hard begon te huilen besloot Repelsteeltje haar een kans te geven. Als je binnen drie dagen weet hoe ik heet mag je het kindje houden. Op de eerste dag riep ze allen namen die ze kende, maar de goede zat er niet tussen. Toen beval ze haar lakeien alle namen uit het koninkrijk te verzamelen, maar toen ze die opnoemde zat de goede naam er ook niet tussen.
De koningin was radeloos. Tot die volgende ochtend een van haar lakeien binnen kwam rennen. Ik weet hoe het mannetje heet. Hij heet Repelsteeltje. Ik ben hem stiekem gevolgd en toen hoorde ik hem zingen: Niemand weet, niemand weet dat ik Repelsteeltje heet. Repelsteeltje is zijn naam. Vlak daarna kwam het kleine rare mannetje binnen en vroeg de koningin hem te vertellen hoe hij heette. Heet je soms Jan? of Piet? Nee, nee, ik weet het. Je heet Repelsteeltje! Het mannetje werd razend. Hoe kon de koningin weten dat hij Repelsteeltje heette? Boos liep hij het kasteel uit en daarna heeft nooit meer iemand Repelsteeltje ooit gezien. En ze leefden nog lang en gelukkig.